Sinds deze zomervakantie maak ik me niet zo druk meer om kleine futiliteiten. Zo heb ik er uiteraard de afgelopen weken een paar meegemaakt. Maar ik moet zeggen, het doet me niet meer zoveel. Je wilt wat voorbeelden? Nou wat dacht je bijvoorbeeld van een stuk vlees wat een paar dagen tussen je kiezen zit en wat je vervolgens met een flosdraadje wilt verwijderen. En als je dat dan doet dat dat flosdraadje dan afscheurt waarna er dus een stuk vlees én een stuk flosdraad tussen je tanden zit.

Of dat je onderweg bent naar een belangrijk gesprek, zeg een functioneringsgesprek van de redactie van de Kantlijn. En omdat je een beetje sportief en gezond wilt blijven je hier uiteraard dan niet met de auto maar op je elektrische fiets naar toe gaat. 200 meter voordat je er bent hoor je boven je in de lucht een reiger. Je weet wel, dat specifieke schreeuw geluid. Nou geloof me, dat is geen schreeuw, dat is een lach! En de reden waarom ze lachen is dat ze mikken en weten of ze je raken of niet. Laat ik het zo zeggen, het was niet echt een fris functioneringsgesprek.

Of dat je boodschappen gaat doen, je het winkelwagentje uit de rij probeert los te wrikken en op het moment dat je de winkel naar binnen wilt stappen de zenuwuiteinden van je scheenbeen je op niet mis te verstane wijze je iets proberen duidelijk te maken. Namelijk dat je been zojuist met een gigantische snelheid in contact is gekomen met dat rekje waar je een bierkrat op zet. Je hersenen reageren vervolgens terug met het signaal dat dat helemaal niet kan omdat je nog niet bij het biervak bent en je dit rekje nog niet heb uitgeklapt. Waarop je schenen terug communiceren dat je waarschijnlijk te maken hebt met een lamme winkelwagen en dat er toch echt een contactmoment is geweest. Daarnaast verteld hij je ook dat je ongeveer op dit moment in zweten uit gaat barsten, het tijdelijk wat donker voor je ogen kan worden en dat je heel hard wilt schreeuwen. En als je denkt dat je broek gekrompen is dat dat niet zo is, maar dat er een ei aan het groeien is met een omvang waar mijn kippen nog jaloers op kunnen zijn. En je krijgt ook nog een p.s.-je doorgestuurd of je wel normaal wilt blijven proberen te lopen. En dat allemaal in een fractie van een seconde.

Nou om dat soort dingen maak ik me dus totaal niet druk meer. Maar hoe heb je dat voor elkaar gekregen vraag je je misschien af? Dat heeft alles te maken met een nieuwe definitie van het woord ‘ongemak’ dat ik heb geleerd. Tijdens mijn zomervakantie heb ik namelijk voor het eerst in mijn leven een zelfstandige parachutesprong gemaakt. Omdat dit enigszins levensbedreigend kan zijn als je het niet goed doet krijg je hier vooraf een anderhalve dag cursus voor. En daar komt het. Je zou namelijk zeggen dat als je parachute het niet doet zoals jij dat wil (bijvoorbeeld. hij gaat niet open, je touwtjes zitten in de knoop, je blijft achter het vliegtuig hangen, etc.) dat je een mega probleem heb. 

Nee, dat is dus niet zo. Ik heb nu geleerd dat dit namelijk een ongemak is. En dat je alle tijd hebt om dit op te lossen (namelijk de rest van je leven, maar dat is even een doordenkertje). Misschien dat ik de volgende keer ga vertellen over de ongemakken die ik heb meegemaakt tijdens de sprong. Maar zodra mega problemen als je vanaf een kilometer hoogte uit een vliegtuig springt ongemakken zijn dan maak ik me echt niet meer druk over een stukje flosdraad, een gebroken scheenbeen en zelfs die reiger vergeef ik.
Ik weet namelijk nu zelf hoe verrekte moeilijk het is om niet te moeten poepen als je vliegt!