Na een nacht vol woelen, draaien en afvragen waarom ik telkens wakker wordt bekruipt mij opeens het gevoel dat ik bekeken wordt. Mijn hart slaat over, ik probeer mijn ogen voorzichtig te openen en zie door de wimpers dat het licht in de kamer is. Dat is helemaal niet mogelijk! Het rolluik zit potdicht en Nienke doet altijd de deur dicht als ze het bed uit gaat. Maar is ze ook uit bed? Ik draai voorzichtig mijn hoofd om naar haar kant van het bed, maar voordat ik zover ben zie ik HET al in mijn ooghoek.
Categorie: Columns Edgar Pagina 1 van 2
Ken je dat tv programma waarin mensen nietsvermoedend met een of ander blauw bordje of een schilderijtje van iets groter dan een postzegel langskomen om eens te laten kijken of het wat waard is. Dan wordt meestal de vraag gesteld; “Waar heeft u dit vandaan?” En met regelmaat is het antwoord dan; “Van zolder” of “Gekocht op de rommelmarkt” en heel soms geven de mensen aan dat “Het gewoon al die tijd in de schuur lag”. Het leuke is altijd als dan door de specialist aangegeven wordt om dat blauwe bordje of schilderijtje toch maar even te verzekeren voor een paar duizend euro omdat het een of ander zeldzaam bijzonder iets is.
En dat zet je dan toch aan het denken. Wat zou er in mijn schuur kunnen liggen? Nu heb ik mijn schuur in zijn geheel overdreven goed verzekerd. En dan niet alleen tegen inboedel of diefstal. Nee, op advies van mijn verzekeringsagent heb ik er nog twee verzekeringen op af moeten sluiten. Namelijk een aansprakelijkheidsverzekering en een levensverzekering. De aansprakelijkheidsverzekering is voornamelijk gericht om eventuele claims van inbrekers te kunnen betalen. De kans is namelijk zeer groot dat ze schade oplopen zodra ze verstrikt raken in de hoeveelheid spullen die hier zijn opgesteld gedeponeerd. Zo valt er bijvoorbeeld te denken aan inkomstenderving. De inbrekers doen er te lang over om weer uit de schuur te geraken waardoor ze te weinig tijd over hebben om andere inbraken te plegen. Of psychologische hulp om te verwerken wat ze daar hebben aangetroffen. Dat soort zaken dus. En omdat ik met regelmaat toch mijn elektrische fiets uit de schuur moet halen voorzag mijn verzekeringsagent toch enige risico dat ik er een keer niet helemaal zonder problemen uit zou komen en smeerde me dus een levensverzekering aan.
Nu denk je misschien dat het best meevalt en ik probeer me dit zelf ook steeds voor te houden. Maar helaas kan ik dit heel duidelijk ontkrachten met een grote NEE. Dit valt echt niet mee. Om je een klein idee te geven wat voor chaos het is noem ik hierbij wat concrete praktijksituaties;
- Stel dat mijn schuur in brand vliegt en ze zouden hem gecontroleerd uit laten branden dan ligt er genoeg materiaal om hem 3 maanden brandend te houden.
- Spullen die de afgelopen jaren verdwenen zijn boven de bermudadriehoek zijn in mijn schuur teruggevonden.
- Er is een apart containertransferium gebouwd in Alblasserdam ter voorbereiding op een eventuele ontruiming van mijn schuur.
- De tv serie ‘Lost’ is gebaseerd op een waargebeurde mysterieuze verdwijning van iets of iemand in mijn schuur.
- Het Ministerie van Veiligheid en Justitie belt me met regelmaat of ik specifieke bonnetjes, e-mails, auto’s of ministers in mijn schuur kan leggen zodat ze er zeker van zijn dat het niet meer terug te vinden is.
Kortom, het werd tijd om de schuur eens goed op te ruimen en dat ene blauwe bordje te vinden of zo’n klein schilderijtje. Nou, een paar vrachtwagens verder kan ik je vertellen dat geen van beide aangetroffen zijn. Dus je gaat mij niet terug vinden in dat ene tv programma. Dat wil niet zeggen dat ik de laatste tijd niet met regelmaat (indirect) op het nieuws ben geweest. De vrachtwagens die hier spullen hebben afgevoerd zijn allemaal via de A27 gereden, je weet wel die brug bij Gorinchem. Dus ik ga maar weer even met mijn verzekeringsagent om de tafel om te kijken wat voor verzekering ik nu daar weer het beste voor kan afsluiten.
Sinds deze zomervakantie maak ik me niet zo druk meer om kleine futiliteiten. Zo heb ik er uiteraard de afgelopen weken een paar meegemaakt. Maar ik moet zeggen, het doet me niet meer zoveel. Je wilt wat voorbeelden? Nou wat dacht je bijvoorbeeld van een stuk vlees wat een paar dagen tussen je kiezen zit en wat je vervolgens met een flosdraadje wilt verwijderen. En als je dat dan doet dat dat flosdraadje dan afscheurt waarna er dus een stuk vlees én een stuk flosdraad tussen je tanden zit.
Of dat je onderweg bent naar een belangrijk gesprek, zeg een functioneringsgesprek van de redactie van de Kantlijn. En omdat je een beetje sportief en gezond wilt blijven je hier uiteraard dan niet met de auto maar op je elektrische fiets naar toe gaat. 200 meter voordat je er bent hoor je boven je in de lucht een reiger. Je weet wel, dat specifieke schreeuw geluid. Nou geloof me, dat is geen schreeuw, dat is een lach! En de reden waarom ze lachen is dat ze mikken en weten of ze je raken of niet. Laat ik het zo zeggen, het was niet echt een fris functioneringsgesprek.
Of dat je boodschappen gaat doen, je het winkelwagentje uit de rij probeert los te wrikken en op het moment dat je de winkel naar binnen wilt stappen de zenuwuiteinden van je scheenbeen je op niet mis te verstane wijze je iets proberen duidelijk te maken. Namelijk dat je been zojuist met een gigantische snelheid in contact is gekomen met dat rekje waar je een bierkrat op zet. Je hersenen reageren vervolgens terug met het signaal dat dat helemaal niet kan omdat je nog niet bij het biervak bent en je dit rekje nog niet heb uitgeklapt. Waarop je schenen terug communiceren dat je waarschijnlijk te maken hebt met een lamme winkelwagen en dat er toch echt een contactmoment is geweest. Daarnaast verteld hij je ook dat je ongeveer op dit moment in zweten uit gaat barsten, het tijdelijk wat donker voor je ogen kan worden en dat je heel hard wilt schreeuwen. En als je denkt dat je broek gekrompen is dat dat niet zo is, maar dat er een ei aan het groeien is met een omvang waar mijn kippen nog jaloers op kunnen zijn. En je krijgt ook nog een p.s.-je doorgestuurd of je wel normaal wilt blijven proberen te lopen. En dat allemaal in een fractie van een seconde.
Nou om dat soort dingen maak ik me dus totaal niet druk meer. Maar hoe heb je dat voor elkaar gekregen vraag je je misschien af? Dat heeft alles te maken met een nieuwe definitie van het woord ‘ongemak’ dat ik heb geleerd. Tijdens mijn zomervakantie heb ik namelijk voor het eerst in mijn leven een zelfstandige parachutesprong gemaakt. Omdat dit enigszins levensbedreigend kan zijn als je het niet goed doet krijg je hier vooraf een anderhalve dag cursus voor. En daar komt het. Je zou namelijk zeggen dat als je parachute het niet doet zoals jij dat wil (bijvoorbeeld. hij gaat niet open, je touwtjes zitten in de knoop, je blijft achter het vliegtuig hangen, etc.) dat je een mega probleem heb.
Nee, dat is dus niet zo. Ik heb nu geleerd dat dit namelijk een ongemak is. En dat je alle tijd hebt om dit op te lossen (namelijk de rest van je leven, maar dat is even een doordenkertje). Misschien dat ik de volgende keer ga vertellen over de ongemakken die ik heb meegemaakt tijdens de sprong. Maar zodra mega problemen als je vanaf een kilometer hoogte uit een vliegtuig springt ongemakken zijn dan maak ik me echt niet meer druk over een stukje flosdraad, een gebroken scheenbeen en zelfs die reiger vergeef ik.
Ik weet namelijk nu zelf hoe verrekte moeilijk het is om niet te moeten poepen als je vliegt!
Er is een tijd van komen en een tijd van gaan, en de tijd van gaan is nu gekomen.
Ik heb er lang mee rondgelopen en ik moet zeggen dat een vakantie wel verhelderend werkt. Dat was een tijd dat ik even tot mezelf kon komen en eens echt goed in de spiegel kon kijken.
De conclusie is uiteindelijk gewoon dat de spreekwoordelijke ‘koek op is’. Je moet wel reëel blijven. Al die tijd hangt het als het zwaard van Damocles boven je hoofd. In eerste instantie heb je het nog niet door of probeer je het misschien tegen beter weten in weg te stoppen.
Maar het blijft toch aan je knagen. En dan komt er een moment dat je er dagelijks tegenaan zit te hikken. Je probeert het voor jezelf te houden en hoopt dat anderen het niet zullen zien. Maar je gaat je toch anders gedragen. Je bent misschien wat gespannen of wat ongeduldig. Uiteindelijk gaat je omgeving het toch merken.
Dan wordt het tijd om er over te praten. Is dit wat ik echt wil? Kan ik hier nog mee doorgaan? Is het te stoppen of is het onomkeerbaar? In de vakantie ben ik uiteindelijk begonnen er over te praten. Eerst met mijn vrouw en tevens collega columnist. Die staat toch het dichtstbij en kent mij het best. Het was wel even spannend hoe ze zou reageren maar eerlijkheidshalve dien ik te zeggen dat ze er heel relaxed op reageerde. Maar dat kan uiteraard ook gewoon uit liefde zijn. Om het dan eerlijk te houden moet je het ook wat verder weg gaan zoeken. Dan zoek je wat andere columnisten of schrijvers uit de Kantlijn op om het daarmee te bespreken. En stuk voor stuk gaven ze aan dat het beste er nu wel vanaf is en de kans groot is dat het vanaf nu alleen nog maar minder wordt. Nu is het wel zo dat bijna al mijn collega’s vrouw zijn. En ik wil niet vervelend zijn, maar dat is toch wel een verschil. Je kijkt toch heel anders tegen dit soort dingen aan. Maar toch geloof ik ze wel.
Alhoewel ik er nu openhartig over kan zijn, vind ik het toch wel vervelend. Er is tenslotte net een nieuwe foto van me gemaakt. Dus je voelt je toch ook een soort van schuldig. En ik moet ook eerlijk zijn, op het moment van de foto wist ik het eigenlijk al. Toch moet ik ook zeggen dat je het nog niet echt aan me ziet. Kijk maar eens naar die linkerbovenhoek. Zie jij iets waardoor je het zou vermoeden?
Ik kan wel zeggen dat het wel een impact op me heeft. Ik heb zelfs al wat grijze haren ontdekt, alhoewel dat misschien nog wel het enige positieve is. Toch ben ik er van overtuigd dat het mijn leven gaat veranderen. Het heeft me veel gebracht tot nu toe en hoe het er in de toekomst uit gaat zien kan ik nu nog niet zeggen. Je kan het uitstellen maar uiteindelijk gaat het dan toch steeds meer op je schouders rusten. Straks heb ik misschien niet meer die dagelijkse druk. Stap ik gewoon uit bed, kleed me aan en ga ik mijn ding doen. Maar ja, dat is toekomst muziek. Ja, een glazen bol zou nu wel handig zijn!
Ik moet het maar gewoon ondergaan. Ik hoop dat jullie niet teleurgesteld zullen zijn en het me niet kwalijk zullen nemen. Zo gaan die dingen nou eenmaal in het leven. Als ik zelf de keuze had gehad had ik hem niet gemaakt. Maar ja, het is niet anders. Er is een tijd van haren groeien en een tijd van kaal worden, en de tijd van kaal worden is nu gekomen.
Ik weet niet hoe het komt maar ik heb ineens de behoefte om mezelf te uiten. Het lijkt wel ergens een klein stemmetje te zijn die me dit influistert. Agh, wie ben ik dan om me er tegen te verzetten. Dus wil ik bij deze uiten dat ik trots ben op mijn vrouw. Dat ben ik al sinds ze twee kinderen op de wereld heeft gezet maar nu is er nog een nieuwe reden bij gekomen. Ze is namelijk heel hard aan de opruim! En het mooie is, het zijn niet mijn spullen, maar die van haar. Ik zal even bij het begin beginnen.
Er is blijkbaar een of andere Japanse opruimgoeroe die een boekje heeft geschreven over opruimen en die is wereldwijd gehypet. Nu krijg ik altijd een beetje jeuk als er iets gehypet wordt. Zeker als het een dun boekje is waar het zogenaamde eureka moment in wordt gedeeld. Zo was er ooit een Sonja Bakker die ook erg werd gehypet. Iedereen viel af en het enige dat steeds dikker werd was haar bankrekening. Moet zeggen dat ik nu nog weinig mensen hoor die aan het Sonja Bakkeren zijn, maar dat terzijde. Zij is binnen. Misschien is het een stuk jaloezie en moet ik zelf ook eens zinvolle verhalen gaan schrijven.
Toen ik op de agenda van onze maandelijkse familievergadering het puntje project opruim ala Japans idee zag staan was ik uiteraard erg sceptisch en heb dit ook richting de projectleider (lees mijn vrouw) duidelijk geventileerd. Toen ik hoorde dat ik zelf (in eerste instantie) niet hoefde op te ruimen ging ik al wat meer achterover zitten. De gedachte is namelijk dat ik vanzelf ook mijn spullen zou gaan opruimen nadat ik het succes had gezien van haar opruimwoede. Nou, dat was uiteraard een dikke binnenpret. Ondanks dat ze dit niet wist zijn mijn vrouw en ik een perfect koppel. Zeg maar een echte Yin en Yang. Zij ruimt op, ik maak er een puinzooi van. Zij gooit weg, ik bewaar alles. Zij raakt nooit wat kwijt, ik ook niet alleen kan ik me tijdelijk niet goed meer herinneren waar ik het als laatste heb neergelegd.
Maar terugkomend op de vergadering, waarin uit de doeken werd gedaan hoe het project in zijn werking zou gaan (niet dat ik erg goed heb opgelet, want het EK voetbal was op tv). Het principe van het opruimen zijn hoofdzakelijk twee dingen.
- Alles wat je niet gebruikt gooi je weg (zie je hoe verrekte simpel het is om een succesboekje te schrijven)
- Je bergt je spullen anders op zodat je meer overzicht heb (echt, hoe krijgt deze dame het verzonnen, ik moet gewoon veel simpeler gaan denken)
Het boekje en het verhaal was geloof ik meer dan twee dingen maar ik trek graag snelle conclusies.
Maar ik vond het prima, gooi alles er maar lekker uit wat je niet gebruikt (het is nog nooit zo druk geweest op de Facebook pagina van Verkoophoek Alblasserdam). De kasten raken steeds leger en ik heb nu zelfs ook ruimte in een kledingkast gekregen! Dus ja, ik moet eerlijk zeggen dat ik trots op haar ben dat ze het zo goed doet. ‘Eindig je dan echt helemaal zonder enige kanttekening?’ Nee, dat natuurlijk niet. Er was namelijk ook nog een tweede puntje, namelijk je spullen anders opbergen.
Helaas heb ik een vrouw die heel rigoureus te werk gaat. Ken je die onzin die supermarkten wel eens uitvoeren, dat ze de hele winkel omgooien en echt elk product wat de afgelopen vijf jaar op hetzelfde plekje heeft gelegen ineens heel ergens anders ligt? En dat dan met alle producten! Nou dat, maar dan in je eigen keuken. Om gek van te worden!
Het voorjaar is begonnen, de vogeltjes fluiten, het zonnetje schijnt (af en toe), en de vakantie naar Texel komt eraan. Met een beetje geluk lig ik deze zomervakantie toch minstens één dag op het strand. Het blijft tenslotte een risico om de zomer in eigen land door te brengen. Om nu te voorkomen dat mede strandbezoekers de tiplijn van Hart van Nederland gaan bellen dat er een albino walvisje is gestrand op Texel heb ik besloten om maar wat aan mijn fysieke lichaamsbouw te gaan doen. De kleur witter-dan-wit ga ik niet meer op tijd goed krijgen, maar dat bierfust op de plek waar een sixpack behoort te zitten moet nog wel goed komen ‘denkt hij met ijdele hoop’.
Nu ben ik het liefst een hele luie sporter. Zo eentje die door het kijken naar een marathon zijn conditiepeil omhoog weet te brengen. En eerlijk is eerlijk, na het kijken van de samenvatting van een voetbalwedstrijd is de wandeling van de bank naar de koelkast voor een verfrissend biertje al een stuk minder vermoeiend. Dus ik voel wel degelijk enige progressie. Maar aangezien de voetbalcompetitie nu is afgelopen moet ik me toch gaan richten op andere manieren om beter in vorm te gaan komen. En zo kwam ik uit op een waterbesparende douchekop. Wablief!?
Dit behoeft waarschijnlijk enige uitleg. In een poging om zo min mogelijk belasting te hoeven te betalen (en oké, het milieu het minst te belasten) ben ik bezig geweest om mijn duurzame woning met energie label G nog verder te verduurzamen. Dus ik heb voor €485,- aan ledlampen gekocht om al die energieverslindende spaarlampen de deur uit te gooien. Daar bespaar ik toch gauw zo’n €12,24 op jaarbasis mee! Maar er valt het meest te besparen op gas. Nu kan ik de verwarming uiteraard uit zetten, maar mijn huis is zo tochtig dat dit zou betekenen dat het in Alblasserdam structureel 2 graden kouder zou zijn dan in de rest van de omgeving (doordenkertje). Dus om geen klachten van de buurt te krijgen heb ik besloten om dat maar niet te doen. Waar ik wel op kan besparen is warm water. En zodoende kwam ik uit bij een waterbesparende douchekop. Je weet wel, zo’n douchekop die beloofd dat er 85 miljoen ieniemienie kleine waterdruppels op je lichaam worden uitgestrooid waardoor je een sensatie van een Niagara waterval zou moeten beleven. Waarschijnlijk dan wel één qua formaat Madurodam. Want zelfs het straaltje waar ik nu onder sta zou Manneke Pis zich nog kapot voor schamen. ‘Maar wat heeft dit nou met je toekomstige goddelijke lichaam te maken?’
Tijdens mijn zoektocht naar de ultieme flut waterbesparende douchekop kwam ik artikelen tegen dat je het meest bespaard door koud te douchen. ‘Ja dûh…en helemaal niet douchen is nog goedkoper!’. Maar luister nou, het is ook nog eens supergezond! Het versterkt de huid, het is goed voor je bloeddruk, je immuunsysteem verbeterd, het geeft energie én je valt ervan af! Tadaa…!!!!… Kortom, de ultieme methode om heel lui aan mijn hele lijf te werken.
Hoe het precies werkt weet ik niet, dat laat ik ook liever aan mijn collega columnisten van Gezondheid en Balans over. Ook kan ik nog niet bevestigen dat ik al een strakker huidje heb, mijn bloeddruk al is verlaagd of mijn immuunsysteem is verbeterd. Misschien heb je iets langer nodig dan twee douchebeurten. Ik kan wel zeggen dat het goed is voor mijn longen.
Ik ben namelijk niet iemand die zingt onder de douche, maar de hoge noten komen er nu wel heel gemakkelijk uit!
Uit eigen Uitvaartspecial mei 2016 in verband met mijn opleiding tot uitvaartbegeleider.
Nu denkt u natuurlijk dat moet onsje zijn. Fout, ik bedoel toch echt as. En niet zomaar as, nee de asresten van een overledene na een crematie. Ik hoor het u al zeggen “Getsie, moet dat nu zo in de kantlijn!”. Maar laten we er eens proberen luchtig over doen. Ruim 60% van de mensen kiest tegenwoordig voor crematie. Dus dat betekent dat drie van de vijf lezers
hier vroeg of laat (ik hoop voor u laat) een keer mee te maken krijgt. Cremeren is dus Hot! (letterlijk én figuurlijk). Dus ja. Laten we het er gewoon eens over hebben.
Nu kiezen de meeste mensen voor cremeren omdat het onder andere goedkoper is. Zo heeft u tenminste geen onderhoud aan een graf en hoeft u ook geen duur monument te kopen. Bij cremeren loopt u na de uitvaartdienst de ruimte uit, neemt een bak koffie met een kleffe plak cake en het crematorium doet de rest. Klaar is Kees!
Toch niet helemaal. Want na een maand krijgt u bericht of u Kees op wilt komen halen. Ja, daar zit u dan met de brief in uw hand. Waarschijnlijk zit er ook nog een kleurrijke folder bij met wat u allemaal met Kees kunt gaan doen. En vergis u niet. U kan tegenwoordig héél veel met de as. Als u simpelweg kiest om het uit te strooien op een veldje nabij het crematorium of boven zee hoort u er tegenwoordig niet meer bij. En die saaie urn op de schoorsteenmantel is echt zóóóó 2005. De mogelijkheden met as zijn tegenwoordig eindeloos. Gelooft u me niet? Laat me het een en ander
opsommen. Maak een diamant, verwerk het in een kunstwerk, tatoeëer de asresten mee op uw schouder, stop het in een sieraad, in plaats van in de aarde in een baan rond de aarde, plant een herinneringsboom uit de asresten, een vinyl langspeelplaat of, dat vond ik als columnist wel een mooie, maak er potloden van. Als ik de leverancier mag geloven maakt
deze tot zo’n 240 potloden uit de as van één overledene.
Dit is maar een kleine greep uit de vele mogelijkheden. Uiteraard heb ik de opvallendste genomen. Maar zoals u ziet is er veel keuze en is er een levendige markt (tikkeltje foute woordkeuze) in de handel om iets met de asresten te doen. En ik doe er nu een erg luchtig over, maar uiteindelijk is het wel goed dat het kan. Er is blijkbaar veel vraag naar en waarom niet. Het is uw geliefde waar het om gaat. Als u die op uw manier bij u kunt dragen is het toch mooi. Dus mocht u ooit voor de keuze komen te staan neem de tijd om rond te kijken.
Ik ga nu afwachten welke grote winkelketen er als eerste met een spaaractie op de markt gaat komen. Het duurt denk ik geen 10 jaar meer voordat u toch echt bij de kassa hoort, “Mag het
een asje meer zijn”.
Ja, daar zit je dan naar je scherm te kijken in de hoop dat er vanzelf letters in een leuk verhaaltje op het scherm komen. Maar helaas, ik heb last van een gigantische Writer’s Block. Ik denk dat ik al weet hoe dat komt. Het is iets wat al een tijdje in de weg zit, maar waar je niet zomaar even eerlijk voor uitkomt. Je probeert het te verbergen, maar de meeste mensen in de buurt weten het al. Ik heb namelijk last van een kater. En niet zo’n kleintje ook. Nee, echt een gigantische kater! En niet alleen vandaag. Nee, al weken lang. Nu moet ik zeggen dat mijn omgeving me ook niet helpt, want ik ben niet de enige. Mijn vrouw heeft er ook last van. En zelfs mijn kinderen staan ermee op! Als we niet alert zouden zijn, dan zouden ze er zelfs mee naar bed gaan, maar dat mag niet van ons. Als ze straks op zichzelf wonen, moeten ze het zelf weten. Maar zolang ze thuis wonen, bepaal ik wie er een kater heeft.
Nu ik toch een boekje open doe, kan ik er maar beter open en eerlijk over zijn. Het probleem speelt al behoorlijk wat jaren. Ik weet nog dat toen ik ging samenwonen ik er gelijk over begon. Mijn vrouw moest er in eerste instantie niets van hebben, maar ze is er uiteindelijk toch in meegegaan. Met kinderen moet je er in het begin een beetje voorzichtig zijn, maar uiteindelijk is iedereen er aan gewend geraakt. En echt grote ongelukken zijn er nooit gebeurd, althans niet bij ons thuis. Ik kan dat niet met zekerheid zeggen voor mijn buren. Dat is het nadeel van een kater, je weet niet wat er allemaal – voordat je hem weer ontvangt – is gebeurd. Je hoort uiteraard wel eens wat, maar je bent er niet echt bij.
Nu weten de meeste buren wel van mijn kater af. Het valt uiteraard wel op – het is toch een verschijning – zeker als het een grote is. De meeste buren hebben er geen probleem mee en accepteren het. Het is een tolerante buurt waar we wonen. En het kan ook weer leiden tot een gespreksonderwerp, als je elkaar op straat tegenkomt. Dus in dat opzicht is het een bindende factor. Dan loop je over straat en hoor je ineens: ‘Zó, dat is een grote kater. En vooral die staart, die is lang zeg.’ Nou, en dan kan de conversatie starten.
Je merkt ook al snel of het een kattenliefhebber is of niet. Katers voelen dat ook prima aan. Hoe groter de hekel die je aan ze hebt, hoe meer kopjes je krijgt. Katers voelen ook heel goed aan of het een hondenliefhebber is. Zeker als het baasje hem aangelijnd heeft! Katers voelen ook (meestal) aan wanneer ze uit de buurt moeten blijven, zeker als ze in een grote vierwieler zitten. Alhoewel, de buurtkatten hier hebben onderling een weddenschap afgesloten: wie kan er op het allerlaatste moment vlak voor een voorbijkomende auto langsrennen. Het wordt toch maar eens tijd voor een AED hier in de straat. Fietsende buren daarentegen hebben gewoon pech en remmen maar of knallen de stoep maar op. Daar blijven ze voor zitten.
Allemaal leuk en aardig, maar ondertussen zit ik wel met mijn Writer’s Block. Dus maar even op internet gezocht naar tips om eruit te komen. En welke tip vond ik, denk je? ‘Verander van werkomgeving, ga bijvoorbeeld in een café schrijven.’ Nou ik heb het geprobeerd, maar dat zorgt alleen maar voor een nog grotere kater. Dus, sorry buurvrouw voor de kopjes! Excuses voor het angstig en scherp in de ogen kijken van de buurman die zijn hond aan het uitlaten was. Ik snap nog steeds niet waarom die auto zo hard toeterde toen ik overstak, ik redde het makkelijk! Nu is alleen de vraag: heeft iemand mijn fiets gezien?
Het is leuk om stukjes te schrijven maar ja, al die fanmail hé. Stapels post na elke editie wordt weer afgeleverd. En dan is de grote vraag, waar laat je het. Het slingert nu al een tijdje rond in huis en dan leg je het weer op de eettafel, in het raamkozijn, op het dressoir, in een la en onder de bank. Kortom, het raakt hier een beetje vol. Dus werd het idee geopperd voor een boekenkast of twee.
Nu is alles hier zo’n beetje in huis van een Zweeds meubelbedrijfje en omdat we geen zestien weken levertijd wilden voor een simpele boekenkast was de keuze hier al snel weer op gevallen. Nu gaan die Zweden ook met hun tijd mee en kun je tegenwoordig online bestellen. Op dat moment had ik het idee dat ze het concept nog niet helemaal begrepen. Zeven dagen wachten en verzendkosten ter waarde van een Billy boekenkast. Ja, dikke doei. Ik als zunige Nederlander rijd dan zelf wel even heen en weer.
Maar ‘even’ die Zweedse winkel in vergt dus uiterste voorbereiding, moed en een ongelooflijke wilskracht. Let op, op dit moment was ik nog steeds naïef! Dus met militaire precisie alles minutieus voorbereid. Online artikelen opgezocht, voorraad gecontroleerd, vak- en stellingnummer genoteerd. Check, check, dubbelcheck. Interne familievergadering gehouden of we de kinderen in speelland zouden droppen. Zodat wij de kast op konden zoeken, inladen, naar huis toe te rijden en dan maar hopen dat we op tijd zouden zijn om de kinderen voor sluitingstijd op te halen. G-E-N-I-A-A-L vond ik zelf. Vrouwlief klaarblijkelijk niet?!
Daar gingen we dan, nog steeds met frisse moed reden we de parkeerplaats op, op zoek naar dat enige overgebleven plekje. Blijkbaar waren er veel mensen die exact hetzelfde als wij hadden bedacht, verzendkosten….pffff….domme Zweden!
Terwijl we naar de winkel liepen begon het al goed, een mooie bel gevolgd door een vriendelijke vrouwenstem ‘Heeft u geen zin om in de rij te staan en heeft u minder dan 16 artikelen. Maak dan gebruik van de zelfscan kassa’. Hoppa, onze snelle actie ging nog sneller goed komen. We hadden er zin in.
En toch ging het gruwelijk mis. We waren de roltrap nog niet af en mijn vrouw staarde al naar het eerste uitgestalde woonkamertje en viel in katzwijm voor die leuke kussentjes. Ik moest ze dus proberen om bij de les te houden, maar om ze nu met de vlakke hand in het gezicht te slaan in een overvolle winkel vond ik net iets te ver gaan, dus heb ik haar maar aan haar haren meegesleurd naar het restaurant voor het gratis kopje thee op onze familycard om weer op adem te komen.
Vanaf daar is alles wazig. Ik weet niet of en wat er in Zweedse thee zit, maar op de een of andere manier stond ik twee en een half uur later met twee winkelwagentjes voor de kassa. En nee, geen zelfscan kassa want deze jongen had 17 artikelen! Ja, inderdaad dat was er één teveel. En ja, nu ik het zo zelf opschrijf bedenk ik me ook dat ik per winkelwagen door die kassa had kunnen lopen. MAAR DAAR HEB IK NU NIETS MEER AAN HE. Gelukkig stonden wij achter een ander stel die had besloten om alles in huis te gaan vervangen. Mensen die tegelijkertijd met ons aankwamen en wel de zelfscan kassa hadden genomen waren al thuis hun kasten in elkaar aan het zetten.
Nee, die verzendkosten heb ik lekker bespaard, daarvoor in de ruil heb ik nu een snijplank, nieuwe gordijnen, een rugtas, een t…….
Raar is dat hè? Als het winter wordt ga je klagen dat het zo koud is, je de auto ruiten moet krabben (of in mijn geval via de achterklep je auto in kruipen omdat de deuren niet meer open willen) en je wordt gek van de sneeuw (en vooral de files die dat oplevert). Maar als de winter uitblijft is het blijkbaar ook niet goed. Nu heb ik zelf helemaal niets tegen de winter, zolang er maar geen sneeuw valt en ik mijn autodeuren normaal kan openen. Dus als de winter uitblijft dan wordt het tijd om hem op te zoeken. Nou, dat hoef je maar één keer te zeggen in Huize Veen en iedereen stond in gedachte blijkbaar al klaar met zijn skipak, ski’s en slee. Maar dat bedoelde ik niet. Ik heb namelijk een bloedhekel aan skiën, simpelweg omdat ik het niet kan en omdat het te ver rijden is.
Nee, ik had een heel ander idee, we zouden namelijk richting Stockholm vertrekken. Dus iedereen hier had al verbaasde gezichten. Wat gaan we dan doen in Stockholm?
Ik zei; “richting Stockholm”. Er was namelijk een ijssculptuur tentoonstelling in Zwolle (en ja, zoek maar op de kaart, vanuit Alblasserdam is dat echt richting Stockholm). Nu kan je uiteraard met de auto richting Zwolle, maar je kan het ook avontuurlijk maken. Namelijk met het openbaar vervoer!
Ik hoor het je al denken. ‘Je klaagt dat het lang rijden is naar de wintersport maar je durft wel met de trein naar Zwolle’. Agh, soms moet je een gokje wagen. Het leuke is dat als kinderen nog nooit met de trein zijn geweest ze heel onbevangen mee gaan en nog denken dat het leuk is. Wie ben ik dan om ze van dat idee af te helpen. Dat doen ze bij de NS zelf wel. Maar eerlijk is eerlijk. De heenreis verliep op rolletjes. We konden zitten, we haalden met gemak onze overstap, de treinen reden op tijd en in onze trein zat ook nog een toilet. Kortom, het zou een super geslaagde dag worden. Wat kon er nou nog misgaan…
Twee-en-een-half-uur-later (ja, zover is het naar Zwolle) kwamen we aan op het station, de tentoonstelling was naast het station, dus kat in het bakkie. Dat dachten wij en de rest van de mensen uit onze trein ook. En alle andere mensen vanuit alle andere treinen blijkbaar ook. Alleen dacht die meneer de zogenaamde beveiliger met crew-ijssculptuur-zwolle op zijn zwarte jasje en een wit snoertje naar zijn oor er iets anders over. Die riep vrolijk en duidelijk aan het begin van het pad “Mensen, keer maar om. De wachttijd is vanaf hier minimaal twee uur, kom een andere dag maar terug”, op de vraag of we het later nog eens konden proberen kwam het antwoord “rond half vijf wordt het rustiger”. Voor jouw informatie, het was half twaalf, en de tentoonstelling duurde tot vijf uur. Had ik ook al gezegd dat ik de entreekaartjes ook online al had gekocht?
Met een snelle rekensom, risicoanalyse en kansberekening over de terugreis gebruik makend van de NS gedeeld door het feit dat de heenreis zo goed was gegaan, was de keuze snel gemaakt. Daar gingen we dus niet aan beginnen. We zijn gewoon gezellig de binnenstad in gegaan, hebben de lokale economie ondersteund door wat te eten en hebben aandachtig gekeken naar het ijsklontje in onze frisdrank.
Hoe de terugreis is verlopen? Dan had ik drie pagina’s van de redactie moeten krijgen deze maand. Laat ik het zo zeggen. Als we volgend jaar op wintersport gaan zullen mijn kinderen niet klagen dat de reis vijftien uur duurt. Alhoewel het woord ijs hier ook niet goed meer valt de laatste tijd?