Wil je de brief conversatie vanaf het begin volgen, dan moet je hier beginnen. Onderaan het bericht kan je vervolgens door bladeren naar nieuwere en oudere berichten.
Lieve pap,
Elk denkend moment in mijn leven kom ik terug bij de vraag: ‘Wat als ik straks gestoken wordt door een bij.’
Nu vraag je je misschien iets af in de richting van: ‘Melody, wat de fuck.’
Laat het me je uitleggen.
We beginnen bij het begin. Het ontstaan van alles. De big bang, if you will. Ja daar gaat het dus al mis.
Zie het even voor je: absoluut niks. Helemaal niks. Zo weinig, dat het bijna teveel is, alleen het is nog steeds niks. N i k s. Niet weinig, niet een beetje, gewoon niks.
En opeens, uit het niks, komt er iets. Dus nu zijn er twee dingen. Je hebt een plek met niks, en je hebt een plek met iets. Dat is letterlijk alles wat het universum is als je er echt over nadenkt. De enige reden dat je dit trieste nihilistische verhaaltje kan lezen, is omdat ik er telkens stukjes niks tussen gooi, zodatdewoordenmakkelijkerteonderscheidenzijn.
(Laat me al helemaal niet beginnen over woorden, want die zijn al helemaal belachelijk. Letterlijk alle woorden zijn verzonnen, en toch herkennen we de meeste en hebben we er een begrip aan gegeven. En nu vinden we het raar wanneer mensen nieuwe woorden bedenken, terwijl letterlijk alle woorden verzonnen zijn. Wat een gekkies zijn we toch.)
Oke dus nu is er niks en iets, en daaruit ontstaat alles. Ik zal je later nog wel eens uitleggen hoe ik de rest van het universum zie, want als ik dat nu doe, begin je te huilen denk ik.
Oke dus even een sprong door de tijd, we zijn nu hier. Mensen bestaan, we wonen allemaal in samenlevingen, doen elke dag al onze gekke kleine taken en de Een vindt dat prima en de Ander krijgt er existentiële crisissen van. (Ik ben de Ander, wat waarschijnlijk al wel duidelijk is. De Een vindt de Ander altijd heel irritant, want we komen zo stom over door over al deze gekke dingen na te denken. Get a job.)
Dus de Ander (laten we haar Melody noemen) zit op dit moment op de bank, na te denken over hoe belachelijk alles is.
Het ding is dus: ik ga over twee weken weg. Naar Frankrijk, voor zes maanden. En dat zet een mens aan het denken.
Dus ik ben aan het nadenken, over alles wat ik moet inpakken, de autoreis daar heen, hoe mijn leventje daar zal zijn, en of ik misschien moet investeren in een franse taal voor dummies boek. En daar begint het. Net als een kleine sneeuwbal op de top van een heuvel.
Het begint langzaam te rollen, en verzamelt steeds meer sneeuw, en takjes, en blaadjes, en op een gegeven moment gaat het heel snel, en is het enorm, en compleet uit controle. Zo gaan mijn gedachten dus ook altijd.
Want ja. Wat zal ik daar allemaal gaan beleven? Hoelang zou ik het echt volhouden? Zou ik die thuisstudie psychologie ook echt op schema weten te houden? Wat als ik mezelf nou echt enorm voor gek zet, of de arme familie waar ik straks zes maanden bij inwoon echt helemaal gillend gek van mij word, met al mijn sneeuwballen van gedachten? Ja wat dan? Wat doe ik als ik weer terug in Nederland ben, terug op deze bank? Wat wil ik überhaupt met mijn leven doen?
Van dat soort gedachten word ik meestal een beetje verdrietig. Ik heb namelijk geen idee wat ik met mijn leven wil doen, en ben eigenlijk ook gewoon een enorm mietje. Nieuwe dingen uitproberen is nou eenmaal erg eng voor mij, en daardoor doe ik het zo min mogelijk. En dat lijkt een prima strategie, totdat je doorhebt dat je heel je leven per ongeluk compleet stil hebt gezet en nu heel die stomme besneeuwde heuvel helemaal in je eentje opnieuw moet beklimmen, met takjes en blaadjes in je haar.
Maarja ik was dus verdrietig, en doe wat ik het beste doe als ik verdrietig ben; naar de keuken lopen, een kopje thee zetten, terug op de bank neerploffen en dan net zo lang als het nodig is mama aanstaren in de hoop dat ze doorheeft dat ik even haar onverdeelde aandacht nodig heb om mijn nieuwe ondervonden crisis met iemand te bespreken.
(Mama’s aandacht is niet onverdeeld want ze heeft blaasontsteking en moet elke drie minuten naar de wc toe, maar het is mama, dus ik weet dat ze haar uiterste best zal doen om me door deze crisis heen te praten en alle metaforische sneeuw van me af te vegen.)
‘Moederlief, ik heb een crisis.’
‘Ohnee waarover?´
‘Ik weet niet wat ik over tien jaar aan het doen ben’ (waarschijnlijk mama bellen, met een nieuwe crisis)
Ze zegt dat tien jaar ook niet echt een realistische tijdlijn is, en dat de meeste mensen niet eens weten wat ze over een jaar doen. Dus ik zeg:
‘Ik weet niet wat ik over een jaar aan het doen ben.’
Kijk en nu zou ik dus zo drie pagina’s vol kunnen schrijven over mijn moeder en wat voor fantastisch persoon ze is, maar dat weet jij natuurlijk al, want ze is je vrouw. En wij weten allebei precies hoe lief ze is en hoe ze altijd iedereen wil helpen, maar dat is niet waarom ik haar nou zo leuk vind en altijd met mijn crisis toe vertrouw.
Ik vind mama zo leuk, omdat ze een eigenaardige manier heeft van observeren, en omdat ze altijd om mijn grapjes lacht, maar nooit om mij zelf.
Nou ga ik je niet ons exacte gesprek vertellen, want nu ik dit schrijf is het al zo een uur geleden en ben ik de details alweer vergeten. Maar dit is ongeveer hoe het ging:
Ik vertel haar dat ik me op dit moment een beetje onrustig voel. Het voelt voor mij alsof ik op een hele hoge duikplank sta, en weet, dat ik er over een paar seconden af moet springen. Er is niks wat ik kan doen om het tegen te houden, en ik wil het ook niet tegenhouden, want ik ben zelf de ladder opgeklommen toen ik een halfjaar geleden besloten had om deze nieuwe ervaring aan te gaan.
(En als ik nu van de ladder af klim, zou het publiek teleurgesteld zijn, vrees ik, maar ik zou vooral ook zelf erg verdrietig zijn. Want ik wil de sprong wel maken, en allemaal gekke salto’s doen en dan uiteindelijk het water raken en hopelijk niet mijn nek breken.)
Mama vertelt me dat dit heel logisch is, en dat het beste is om nu te doen, gewoon in actie komen is. Ik zeg dat ik me stom voel omdat ik niet zelf tot deze conclusie kon komen na 18 jaar in dit lichaam gezeten te hebben, en keer op keer, tot de conclusie kwam, dat ik in actie moest komen. De enige manier om door iets te gaan is om er ook echt doorheen te gaan.
Ze zegt dat dat heel normaal is en dat ze daar zelf ook mee struggled.
Ik zeg dat we eigenlijk echt enorm belachelijk doen.
Ze vraagt ‘Waarom?’
En hier begint er dus weer een soort sneeuwbal, maar dit is een leuke. Dat is het ding, soms, liggen mijn gedachten boven op een berg, en dan weet ik, dat als ik mezelf er vanaf duw, dat het een heel erg leuk ritje naar beneden zal zijn. En tuurlijk zit ik dan weer onder de sneeuw en takjes en blaadjes, maar dat is het op zo een moment nou helemaal waard.
Ik begin te praten.
‘Oke, dus, soms dan zie ik mezelf in de spiegel, en dan besef ik me dat ik me druk maak om allemaal belachelijke dingen, want ik kom van een familielijn met allemaal belachelijke mensen, en het zit eigenlijk gewoon in mijn DNA. En dan denk ik, wat als je hier naar kijkt met het perspectief van een alien.
Wij hebben hier bepaalde schoonheidsidealen, om meer spullen te verkopen en om mensen te kunnen pesten zonder zelf een pestkop genoemd te worden. En stel je nou eens voor, dat er ergens in het wijde universum, een planeet is met allemaal aliens, die twee neuzen hebben en een oog. In plaats van twee ogen en een neus.
Die aliens zouden ons zien, en helemaal disgusted zijn. We zien er niet uit!
(Mijn manier van denken is eigenlijk gewoon heel vaak hetzelfde woord zeggen, totdat het niet meer als een woord klinkt en zijn mening compleet verliest. Appelsap Appelsap Appelsap Appelsap Appelsap Appelsap Appelsap.)
‘En toch nemen we het allemaal heel serieus, en doen we ons best om er altijd goed uit te zien voor andere mensen, want dat hebben we geleerd en dat is normaal voor ons. En af en toe, als je net zoals ik denkt, besef je je opeens dat het echt compleet belachelijk is.
Ik maak me zorgen over mijn toekomst, en ben bang dat ik niet tot mijn volle potentieel opleef, en dat ik straks als 80 jarige vrouw op mijn bed lig en spijt heb van de dingen die ik niet heb gedaan puur omdat ik bang was wat andere mensen van mij vonden. En ik besef me, dat die 80 jaar, of eigenlijk 62 jaar, helemaal niet gegarandeerd is.
Mensen zijn zo fragiel. Het ene moment ben je er, en het andere moment niet. We hebben zo een korte levensloop waardoor het verleden enorm ver weg lijkt, terwijl dat helemaal niet zo is.
Auto Ongeluk, dood.
(ik ben dus eigenlijk zo enorm bang om in een auto ongeluk te komen, zo bang dat ik niet eens de moeite wil doen om mijn rijbewijs te halen. Grappig, want mama haalde haar rijbewijs toen ze hoogzwanger was van mij, dus je zou denken dat dat ook in mijn DNA zit, naast al het overdenken en stressen. Maar misschien doe ik nu stom, misschien weet ik niet hoe DNA werkt, ik ben ook maar 18.)
Van de trap af vallen, dood. Ziek worden, dood. Vermoord worden, dood. Door een bij gestoken worden zonder te weten dat je een dodelijke allergie hebt voor bijen, dood. En toch overleven wij overlevers maar, elke dag weer. Echt bizar.
En ik zou dus straks gewoon in Frankrijk kunnen zijn, 18 jaar oud, op een paard in galop de zonneschijn in rijden, de droom leven, en er zou een bij kunnen zijn met een verschrikkelijk humeur. En die bij zou kunnen denken, ‘laat ik haar dag eens even flink verpesten.’ Want als je je verschrikkelijk voelt, dan wil je dat de wereld om je heen al die verschrikkelijkheid naar je terug reflecteert, en dan steek je arme 18 jarige meisjes die hun droom aan het leven zijn gewoon in hun arm zonder er goed over na te denken. En misschien ben ik wel dodelijk allergisch voor bijen, ik heb geen idee, en dan zou ik dus op 18 jarige leeftijd sterven door een bij. En vervolgens zit ik me op dit moment zorgen te maken over mijn 80-jarige zelf, en of ze wel trots zou zijn op mij, terwijl die 80 jaar helemaal geen garantie is.’
Ja en dat is dan het punt dat mama verschrikkelijk hard begint te lachen, en dat ik verschrikkelijk hard moet lachen, zo hard dat er tranen uit mijn ogen komen en snot uit mijn neus. Ieuw. En ik weet dat als jij hier zou zijn, dat je ons dan zo een half geïrriteerde blik zou geven, terwijl je het zelf eigenlijk stiekem ook heel grappig vind. Maarja jij bent op je werk, dus daarom schrijf ik het maar even allemaal voor je op. Ik hoop dat je het nu nog steeds allemaal heel grappig vind, en als je hardop wilt lachen, is dat ook goed.
Maarja, terug naar mij. Ik ga dus straks weg, voor een tijdje, en dan moet jij helemaal zonder mij en mijn slimme observaties door het leven zien te komen. Ik kan het me niet eens voorstellen. Dus misschien is het leuk als we elkaar op deze manier toch dichtbij houden, door brieven te sturen. En nu hoor ik je al denken “Maar lieve dochter van me, hoe zou ik hier ooit een antwoord op kunnen sturen met net zoveel komische waarde en prachtige observaties? Ik ben simpelweg niet zo geniaal als jij.”
En daarop antwoord ik je, dat dat helemaal niet erg is. Ik begon ook maar gewoon met schrijven zonder te weten waar het heenging. Dit was dus even mijn manier van actie ondernemen. En straks pak ik een koffer in, en dan is dat mijn manier van actie ondernemen. En dan stappen we met zijn allen in de auto, op weg naar een vreemd land, om mij daar af te zetten zodat ik een hele grote actie kan ondernemen, soort van in mijn eentje. En als ik daar dan sta in Frankrijk, dan doe ik de hele tijd ook maar gewoon wat.
Dusja, doe maar wat. Dat is mijn advies voor jou, en het is ook echt het ding aan mens zijn, we doen allemaal maar wat. De Een verbergt het in de hoop indrukwekkend over te komen (we know you’re full of shit) en de Ander gooit het op het internet in een brief naar haar vader.
Grote knuffel,
Melody.
Janny
Heerlijk om te lezen Melody, en heel herkenbaar al ben ik zo wat 80 jr nu. Nu ja tikje overdreven..maar het tikje is er wel..dat denk je dus ook gewoon als je 80 wordt. Niets is zo leuk en vreemd als gedachtenspinsels..liefs je tantetje
Vader
Mel kan dit nog even teruglezen als ze 80 is 😉