Wellicht is het u bekend dat er een verschil is tussen mannen en vrouwen. Dit betreft meerdere (je zou kunnen ook kunnen zeggen alle, maar dat is niet netjes want zowel mannen als vrouwen lezen deze column) onderdelen in het dagelijks leven. Een onderdeel wil ik vandaag gewoon eens benoemen. En dat is kleding. Op alle vlakken verschillen daar volgens mij de meningen wel over. En dan ga ik het niet hebben over het wassen en de strijk. Een verkeerde opmerking en ik heb de helft van mijn lezers op mijn dak.

Ik durf echt wel te zeggen dat ik zo nu en dan (keer of drie per jaar) toch echt wel iets in de wasmachine prop en als ik de vierde keer geen zin heb dan gaat er gewoon per ongeluk een rode onderbroek bij de witte was. Nou, dan hoef ik het eerst komende kwartaal niet in de buurt te komen van de was. Maar daar wilde ik het niet over hebben.

Ook niet over de hoeveelheid kleding. Zo zie ik vrouwen bijvoorbeeld zelfs het liefst in zo min mogelijk kleding (een uitzondering daar gelaten), maar hebben vrouwen daar en tegen juist héél véél kleding. Wat ze er mee doen, behalve kastplanken versieren, weet ik nog niet. Maar waag het niet om het onderwerp een keer op tafel te leggen.

Ik wil het ook niet hebben over het kopen van kleding. Tuurlijk kan je een man een plezier doen om hem mee naar de stad te nemen, winkel in, kleding passen, alles terughangen, andere winkel in, zelfde riedel, dat 15 keer en uiteindelijk het t-shirtje uit de eerste winkel gaan halen. Nee, je maakt mij niet gelukkiger om zo mijn zaterdag in te vullen!

Nee, ik wil het hebben over de momenten wanneer je als man specifieke kleding nodig hebt en wanneer je dat onderwerp aan snijdt.

Laatst had ik dus op een zaterdag mijn pak nodig. Ik denk dan tegen de tijd dat het donderdag wordt, laten we eens gaan vragen hoe het met mijn pak gesteld is. Op dat moment gaan alle toeters, bellen en rode flitslampen in dit huis aan (ik ben me nog steeds van geen kwaad bewust). Dan krijg je dus verwijtende blikken ‘Ja, dat is dan lekker vlot’ of ‘dat ding moet nog naar de stomerij’ of ‘ik weet niet waar hij hangt’ (vrouwen zijn heel goed om met hun ogen te spreken). Wij mannen, of in ieder geval ikzelf ben gewoon van mening als je kleding netjes in de kast gooit, je deze er ook netjes uit kan halen. Maar daar verschillen de meningen hier in huis gigantisch over.

Maar het kwam er dus om de een of andere manier op uit dat mijn pak niet meer compleet was. Ik weet niet of u bekend bent met het sokken mysterie. Zeer waarschijnlijk wel. Je stopt zes zwarte sokken in de was en je eindigt met vijf. Niemand kan dit verklaren maar er moet ergens een berg eenzame sokken op de wereld rondzwerven. Sinds kort zwerft daar blijkbaar ook een pantalon bij. Want mijn gestoomde pak bleek nu alleen nog maar uit een jasje en stropdas te bestaan. Ik heb mijn lades overhoop gehaald, geen pantalon. En ja, dan krijg je dus nieuwe verwijtende blikken van je vrouw waarin staat ‘dan moet je maar niet twee dagen van te voren kijken of je pak klaar is’. Ik geef dan een blik terug van ‘als ik een pak ophang en deze vier jaar later weer te voorschijn haal moet deze nog compleet zijn’. En dan volgt er weer een blik ‘Nou, blijkbaar niet hé’. Nou, een heleboel blikken later had ik toch wel een ietsiepietsie kleine uitdaging want ik had geen pak.

Nu verdenk ik mijn vrouw dat ze mijn pantalon verstopt heeft, want ze was maar wat enthousiast om mij mee te nemen naar de lokale pakken winkel. Ze ziet me maar wat graag in een pak. Dus ik heb nu ineens twee pakken, en let maar op. Volgende week komt er ineens ‘zomaar ergens’ vandaan een pantalon naar voren. Hopelijk ook met een stapel sokken.