Januari 2015 – Mijn oudste dochter heeft een hamster. Een leuk spierwit kereltje met de naam Droppie. Droppie heeft alles wat zijn hamsterhartje zich kan wensen. Een erg uit de kluiten gewassen hok met een voerbak die nog groter is dan hem zelf, een twijgjesbal, een loopbrug, een sanitaire voorziening, een blokhut om een nestje in te maken, een tweede woning aan het plafond en uiteraard een looprad. En bovenal, hij staat op de slaapkamer dus ik heb er geen last van. Dochterlief zorgt ook erg goed voor hem, maakt hem zelf schoon, geeft hem netjes elke dag eten, kroelt met hem. Kortom, alleen maar blijdschap in Huize Veen.
Nu ging het laatst wat minder in Huize Veen, dochterlief was ziek. En wat is dan de beste remedie? Uiteraard bij papa en mama in bed. Ware het niet dat iedereen dan goed slaapt behalve ik. Dat zal wel te maken hebben met die slingerende armen en benen die ik 42 keer in de nacht voel. Dus ik geef de dames alle ruimte en verhuis naar een andere kamer. Inderdaad, de plek waar ook Droppie is gehuisvest. Droppie was op dat moment bezig met zijn favoriete hobby, rennen in zijn piepende radje. Aangezien ik niet gewend was aan dat geluid heb ik het radje even weggehaald. Droppie besloot toen maar over te gaan op het knagen aan tralies! Wat een pokkeherrie is dat!
Blijkbaar ben ik toch in slaap gevallen, want ik ontwaakte midden in de nacht van een ander soort geluid. Een soort knisperend geluid vlakbij mijn gezicht. Ik deed mijn ogen open en zag twee lieve schattige kraaloogjes naar me kijken. Vanaf dat moment ging het heel snel. Ik weet niet of je ooit wel eens op een vreemde plek wakker bent geschrokken, ik kan je vertellen dat dat geen goed idee is. Ten eerste, probeer eens heel snel in blinde paniek onder een dekbed uit te komen terwijl het een slaapzak blijkt te zijn. Toen me dat gelukt was, sprong ik overeind om gelijk weer terug te knallen (fijn zo’n schuin dak). Na wat binnensmonds gemompel kroop ik in het donker over de vloer om het lichtknopje te vinden. Onderweg naar de lamp zette ik mijn knie op iets zachts gevolgd door een piep! …….Mijn hart sloeg over, het lichtknopje, het lichtknopje!
Een klein bruin hoopje lag op de plek waar ik mijn knie had gezet. Bruin?! Droppie is niet bruin. Ooh gelukkig, het was een klein knuffeltje. Ik pakte het op, omhelsde en kuste het en fluisterde het uit van geluk. Ik was niet op de hamster gaan staan! Droppie je leeft nog….. Ja, inderdaad. Hij leefde nog wel, de vraag was alleen: Waar was dat kreng?
Schuifelend over de vloer geprobeerd om met mijn allerliefste zonder-enige-frustratie-slaperig-en-met-bonkende-koppijn stem zijn naam te fluisteren in de verwachting dat meneer terug zou komen. En zo geschiede het, eerlijk waar. Meneer kwam recht op me af gelopen, liet zich oppakken en keek me nogmaals recht in mijn ogen aan.
Ik ben was van mening dat hamsters nou niet super intelligente wezens zijn, maar Droppie zou daar wel eens een uitzondering in kunnen zijn. De blik in zijn ogen sprak boekdelen. “Waag het nog eens om mijn looprad weg te halen” Hij draaide zich om naar zijn hok, ik opende het deurtje en liet hem erin, zette heel snel het looprad op zijn plek en plofte op mijn matras.
Tot op de dag van vandaag heb ik nog steeds geen idee hoe het ‘lieve schattige hamstertje’ Droppie, (ik noem hem nu Monster) uit zijn kooi heeft kunnen ontsnappen. En als ik hem diep in zijn kraaloogjes kijk zie ik dat hij dat ook weet.
Geef een reactie